De vrijeschoolpedagogie is gebaseerd op de antroposofie, die gegrondvest werd door Rudolf Steiner (1861-1925). De eerste vrijeschool werd in 1919 in Stuttgart opgericht voor de kinderen van de arbeiders van de Waldorf-Astoria sigarettenfabriek, als onderdeel van de door de antroposofie geïnspireerde maatschappelijke vernieuwingsbeweging. Rudolf Steiner heeft aan de leraren en ouders van de eerste vrijeschool een visie op onderwijs en veel praktische adviezen gegeven. Deze aanwijzingen vormen nog steeds een bron van inspiratie voor de leerkrachten en zijn tevens de basis voor het leerplan.
De laatste 20 jaar is de vrijeschoolbeweging sterk gegroeid. Er zijn nu zo’n 1050 vrijescholen in 60 landen over de hele wereld. Alleen al in Nederland zijn er 120 locaties voor vrijeschoolonderwijs, met circa 30.700 leerlingen, waarvan 26 bovenbouwen.
Wat hebben al die scholen met elkaar gemeen?
Allereerst het predikaat ‘vrij’. Dat heeft betrekking op twee dingen:
– Op het doel, kinderen ‘op te voeden tot vrijheid’.
– En op het streven naar ‘vrijheid van inrichting van onderwijs’.